Lûtsen en Bianca in IJsland

Naar Kirkjubaejarklaustur

vrijdag 11 juni 2010

Van Geysir naar Kirkjubaejarklaustur

De zon schijnt volop, het is prachtig weer! De route brengt ons via de binnenlanden, met prachtig uitzicht op tafelbergen en andere vulkanen, naar Selfoss. Volgens de routebeschrijving is er een vogelreservaat even buiten deze plaats. We volgen de beschrijving, maar rijden toch te ver. Dan maar omdraaien en het nog eens proberen. Uiteindelijk vinden we een informatiebord en rijden we naar de parkeerplaats van het Flói vogelreservaat, gelegen langs de Ölfusárivier. Er is een wandeling uitgezet middels rode paaltjes, vanaf een observatiehut. We lopen de route, die ons door het reservaat voert. We zien en horen allerlei vogels tijdens deze prachtige wandeling.

Daarna gaat de reis verder. Eerst terug via Selfoss, waar we inkopen doen bij een supermarkt (de Bonus). Van het bij de Albert Heijn verkochte merk Euroshopper verkoopt men hier ook van alles. In elk geval hebben we een lekkere lunch gescoord, bestaande uit volkorenbrood, kaas (Goudse natuurlijk), jam en melk. We besluiten te lunchen bij een waterval, de Seljalandsfoss. Om daar te komen rijden we een heel stuk langs de Markarfljot, een gletsjerrivier van de Eyjafjallajökull waar we inmiddels zicht op hebben. De vulkaan dampt nog steeds, weliswaar geen zwarte rookpluimen maar wel gelige damp of rook. De diverse gletsjerrivieren hebben stukken van de weg weggeslagen en ook hebben graafmachines delen van de weg doorgebroken, toen de plotseling vrijkomende hoeveelheid smeltwater bij de vulkaanuitbarsting een aantal bruggen dreigde te vernielen. De weg is inmiddels hersteld met gravel, maar indrukwekkend is het nog steeds.

Na de lunch bij de waterval rijden we verder richting Vík. Rechts ligt de Atlantische oceaan met de Vestmannaeyjar, een eilandengroep voor de Ijslandse kust. De vulkaan spuugt nog steeds wat uit, een soort rook, die het zicht enigzins belemmert, maar vooral op de adem slaat. We rijden dan ook maar door zonder te stoppen, op één kodakmoment na, waarbij de rook en de vulkaan vereeuwigd worden.

Bij Vík ligt een grote kaap, die helaas nu nog gesloten is wegens het broedseizoen. We rijden maar verder naar Garthar, waar we vlak aan het strand parkeren en naar een andere vogelrots lopen. Het is een gewemel van meeuwen en we horen ook wel andere vogels, maar zien ze niet. Aangezien we vlak bij het strand zijn, lopen we een stukje over het zwarte strand, heel apart! Er zijn hier ook enkele grotten met fraaie basaltformaties, de Hálsanefshellir. Vanaf het strand hebben we uitzicht op In het water staande 66m hoge rotspunten van Reynisdrangar.

Na deze korte wandeling gaan we naar ons overnachtingsadres. We rijden langs enorme spoelzandvlaktes van de Mýrdal, de gletsjer naast de Eyjafjallajökull. Onder de Mýrdalsjökull ligt de Katlavulkaan, die volgens de statistieken eerdaags gaat uitbasrten, maar zich vooralsnog niet aan de statistieken houdt. In 1918 is Katla voor het laatst uitgebarsten en daarvoor was er om de 70 jaar zo ongeveer een eruptie...Hoe dan ook, het is een fraai, desolaat landschap.

Wat verderop gaat het spoelzandlandschap over in een soort maanlandschap, Eldhraun geheten, allemaal lava van spleetvulkaar Laki afkomstig. In 1783 is deze uitgebarsten en heeft dood en verderf gezaaid, niet door de lava maar door het vrijkomen van grote hoeveelheden vulkanische gassen, die een heel groot deel van de veestapel doodden en daardoor mensen (van hongersnood). Het vreemdgevormde lavaveld is nu begroeid met mos; 565 km2 is bedolven onder de lava!

Ons hotel staat even buiten het dorp Kirkjubaejarklaustur, en is aan de buitenkant nog niet helemaal af. Binnen is het prima, we hebben een kamer met mooi uitzicht op een meertje. We eten in het hotel, waar een dinerbuffet is. Nan het eten wandelen we nog even naar het meertje, waar ook weer veel vogels leven. Het is hier nooit donker momenteel, de zon gaat wel even onder, maar het blijft licht. Een heel aparte gewaarwording.

zaterdag 12 juni 2010

We hebben allebei prima geslapen, ondanks dat het niet donker is. Na het ontbijt, dat ook in dit hotel prima is, rijden we naar Kirkjubaejarklaustur. In dit kleine stadje (nog geen 200inwoners)heeft vroeger een Benedictijner nonnenklooster gestaan.Diverse namen herinneren aan dit klooster: het meer Systravatn, de Systrafoss waterval en de Systrastapi, een berg bij het dorp. We parkeren Jimmy en gaan wandelen. We lopen om te beginnen naar Kirkjugólf, dat letterlijk kerkvloer betekent. Hier liggen een groot aantal basaltkolommen, ongeveer 80 m2, gelijk met het land eromheen. Vroegger dacht men dat dit de fundering van een kerk of zo was, die door mensen er neergelegd was, maar later onderzoek wees uit dat deze vloer toch echt door moeder natuur gelegd is (door gletsjerijs en zeewater afgesleten).

Na deze vloer wandelen we via een met gele paaltjes uitgezette route. De route voert ons via een smal paadje vrij steil omhoog de Systratapi op. Vanaf deze berg hebben we een fraai uitzicht over de omgeving. Na van het uitzicht genoten te hebben (en uitgehijgd van de klimmen) wandelen we verdeer richting het meer van de Zusters ofwel Systravatn. Dit meer ligt heel vreemd hoog op een plateau. Uit het meer stroomt een beekje over de rand van het plateau en vormt daar de Systrafoss, een mooie waterval.

Na deze klim hebben we wel een kopje koffie verdiend en we genieten bij, jawel, Systakaffe van koffie met IJslands gebak. Vervolgens brengt Jimmy ons bij de Fjathrárgljúfur, een mooie kloof in de Fjathrárivier, waar we naartoe wandelen. Op veel uitsteeksels van de kloof kun je staan en van het uitzicht genieten. We maken op die manier een mooie wandeling. Al lopend volgen we een soort van schapenpad helemaal naar beneden, tot de rivier die ooit, nadat de gletsjer zich terug getrokken had, de kloof verder vormde. Een fraaie wandeling! Daarna lunchen we bij het hotel (picknicken op de hotelkamer).

Als de late lunch weggewerkt is, rijden we met Jimmy richting het zuiden, waar we een weggetje richting het strand en een vuurtoren willen proberen. De weg gaat vann asfaltweg over in een sintelpad en wordt op een zeker moment een soort grindspoor. We moeten ook twee keer een hek door. Opeeens wordt de 'weg'versperd door een flinke waterplas. Lûtsen bekijkt heet eens en denk dat Jimmy er wel door moet kunnen, dus de 4WD wordt ingeschakeld en daar gaan we. Zo nemen we een heel aantal doorsteken en naderen we de vuurtoren mooi. Helaas stroomt er een zodanig grote rivier/beek/waterplas, dat het zelfs Jimmy teveel wordt, althans dat vermoeden hebben we. We willen het in elk geval niet proberen, om te voorkomen dat Jimmy het niet haalt en Lûtsen natte voeten krijgt (want ik had al gewaarschuwd dat ik niet ging duwen). Dus er zit niks anders op dan omkeren. Jammer, maar we komen zo niet bij het strand. Dan rijden we wel weer terug naar het stadje om te gaan eten bij het Zustercafé. Lekker hoor, pizza!

Morgen gaat de tocht verder naar het noorden, naar Höfn waar we 1 nacht blijven. Binnenkort zullen we weer wat foto's uploaden. O ja, alle papa's een heel fijne vaderdag gewenst!

Reacties

Reacties

Maureen

Leuk om jullie verhalen weer te kunnen volgen. Zo te lezen hebben jullie het erg fijn.
Geniet er goed van.
Liefs

Ruud Petrik

Hoi hoi, wat moeilijke namen gebruikense daar voor de dorpen en streken,ik struikel er over of ik blijf halve wegen steken in mijn uitspraak.
Blijf genieten.

Groetjes Ruud.

annelies

Zo te lezen is het daar heel erg mooi.
Geniet ervan.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!