Lûtsen en Bianca in IJsland

Vulkanisme all over the place

woensdag 16 juni 2010

Eerst gaan we weer ontbijten, dat hier tot nu toe altijd prima is: veel keus uit verschillende soorten brood en zowel zoet als hartig beleg en daarnaast yoghurt met (soms zelfs verschillende soorten) muesli. En sap en koffie is ook standaard. Sommige hotels serveren zelfs fruit bij het ontbijt, dus priima om een goede bodem te leggen!

Goed, de maag is gevauld dus tijd om op reis te gaan. Vanaf Egilsstadir voert de ringweg ons via prachtige hoogvlakten richting het noordwesten van Ijsland, richting Myvatn. Het landschap doet woestijnachtig aan, met uitzicht op besneeuwde berghellingen, dat wel. Na ruim twee uur rijden slaan we af richting Dettifoss, een enorme waterval, de krachtigste van Europa. Wat een geweld! Elk jaar spoelt deze rivier tonnen klei richting zee. Het water is dan ook grauw- melkachtig van kleur en komt van de gletsjer die we al gezien hebben (de Vatnajökull). Ook hebben we hier mooi uitzicht over de canyon van de Jökulsá, de grootste canyon van Ijsland.

We rijden verder langs de rivier, over een gravelpad. Bij Ásbyrgi (Godenburcht) kunnen we de rivier oversteken . We rijden met Jimmy tot bijna achterin Ásbyrgi, een 4 km lange, hoefijzervormige kloof. Vanaf de parkeerplaats lopen we de kloof door, die dicht bebost is, door de beschutte ligging in de kloof. Op de rotsen nestelen talloze noordse stormvogels en we zien ook verschillende soorten eenden.

Hljódaklettar is een gebied met mooie basaltzuilen. Die zijn gevormd doordat de oorspronkelijke (harde) kraterpijpen zijn blijven staan, terwijl de rest van de kraters (veel zachter) zijn weggespoeld door een enorme vloedgolf in de oertijd. We wandelen langs deze prachtige basaltformaties en rijden daarna verder over een jeepweggetje, dat nu prima te berijden is, maar bij regenachtig weer vast veel ingewikkelder is vanwege de vele nu droogstaande rivieren.

Na vele kilometers hobbeldebobbelweg komen we eindelijk weer op de ringweg uit en rijden langs allerlei vulkanische toestanden richting Mývatn. Morgen hebben we de hele dag de tijd om hier rond te kijken, dus gaan we nu naar ons hotel, dat fraai aan het meer ligt, tegenover mooie pseudokraters. Dit zijn kraters die de vorm van een vulkaan hebben, maar nooit met een magmahaard verbonden zijn geweest.

Het is behoorlijk warm hier en vrijwel windstil. Mývatn betekent letterlijk muggenmeer en we weten nu ook waarom...gelukkig steken de muggen niet echt, maar vervelend zijn ze wel. Helaas is onze kamer ook erg warm en we durven het raam ook niet wijd open te zetten in verband met de muggen. Nou ja, we doen het er maar mee...

donderdag 17 juni 2010

Na uitgeslapen te hebben in de ontzettend warme kamer, vertrekken we rond half 11 voor een rondje vulkanische verschijnselen in de omgeving van Mývatn. Het is nog steeds behoorlijk zonnig, maar wel staat er vrij veel wind. Gelukkig zorgt dat er voor dat de muggen zich niet of nauwelijks laten zien.

Onze eerste stop is bij het Kraflagebied, waar een geothermische krachtcentrale is gebouwd. Het Kraflagebied is nog zeer vulkanisch actief, en in 1984 is de Krafla nog uitgebarsten. Maar voordat we over de verse lava gaan wandelen, beklimmen we de Víti, ee krater uit 1724 die met water gevuld is. Dit meer is heel mineraalrijk, het is helderblauw. We wandelen de hele krater rond en hebben een supermooi uitzicht over het hele gebied. Onderweg lopen we langs een solfatarenveld, waar hete modder uit de grond borrelt. En inderdaad, er zit veel zwavel in, en dat is te ruiken. Wie zich de scheikundelessen van vroegah kan herinneren: inderdaad, de rotte-eierenlucht van H2S.

Na deze beklimming rijden we met Jimmy naar de volgende parkeerplaats, bij Leirhnjúkur, waar we naar toe wandelen. Deze berg is 605m hoog en er loopt een mooi paadje langs. Ook hier is een solfatarenveld, dat erg mooi is, maar wat vooral indrukwekkend is, is het zwarte lava dat hier ligt. We lopen over de lava, dat hier en daar nog gewoon warm is! Heel bizar is dan ook de berg sneeuw, die pal naast de lava ligt.

Na deze indrukwekkende wandeling rijden we naar Hverir, een solfatarenveld pal naast de ringweg, waar vele sputterende modderpoelen, stomende gaten en bubbelende zwavelbronnen zijn. Regenwater dat doordringt in de poreuze gesteenten lost allerlei mineralen op. Het water wordt opgewarmd en komt dan als stoom weer aan de oppervlak en de opgeloste mineralen komen mee. Zo is er een gasbron of fumarol ontstaan, en door de zwavel erdoor worden ze sulfataren genoemd. De zwavel is duidelijk zichtbaar als gele neerslag; vroegah werd hier zwavel gewonnen voor buskruitproduktie.

Ook in de omgeving zijn diverse hete bronnen zichtbaar. Men gebruikt het geothermische water ook voor verwarming en zelfs voor de douche, waardoor het douchewater ontzettend lekker ruikt...

Onze volgende stop is Hverfell, een ringvormige explosiekrater van ongeveer 2000 jaar oud en ruim 1 km diameter. De krater is 140m diep. Ook hier klimmen we omhoog en lopen de hele krater rond, dat een flinke klim en een flinke wandeling betekent. Het uitzicht bovenop is super. We zien van alles, o.a. een andere explosiekrater genaamd Lúdent, van 9000 jaar oud en 700m doorsnede. De krater is 60 tot 70m diep; Neil Armstrong en kormuiten hebben hier hun maanlanding geoefend!

Dimmuborgir (vertaald donkere burcht) bestaat uit grillig gevormde lavarotsen, die zo'n 2000 jaar geleden is ontstaan. Dit indrukwekkende doolhof van lava bevat meerdere wandelingen, waarvan wij die naar de 'kerk' lopen. Inderdaad is er een soort lavagrot ontstaan, waarbij het plafond gotisch aandoet.

Na al dit vulkanische geweld is het tijd voor natuurschoon, we rijden naar een schiereiland genaamd Neslandatangi. Daar is een vogelmuseum met vele opgezette vogels, waarvan we vele al in het wild hebben gezien. Vanaf het terras bij het museum heb je mooi uitzicht over het meer, waar allerlei eenden zwemmen. Kennelijk is dit ook voor vogelaars interessant, we zien een paar senioren met enorme verrekijkers. Nou ja, ons Aldi-kijkertje doet het ook best aardig.

Nu is het wel tijd om terug naar het hotel te gaan. Het was een indrukwekkende dag! Morgen gaan we verder, naar Varmahlíd.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!