Daar zit je dan...
In Horsheshoe Bay, aan de haven...vanochtend bijtijds opgestaan en rond half 9 in de auto, want we gaan naar Vancouver Island en dat kan alleen per veerboot. Gisteren hebben we bedacht de ferry van 10:30u te pakken, zodat we op tijd op het eiland zijn, om nog een en ander te kunnen zien. Dus rond kwart over 10 waren we inderdaad bij de ferryterminal. Helaas was het kennelijk zo druk dat de ferry al vol was, voordat wij erin waren...
Dus tja, daar zit je dan met je goede gedrag, aan de haven, de tijd te verdoen. Want het is nog steeds laagseizoen, dus gaat er maar 1 ferry per 2 uur en moeten we tot 12:30u wachten
Nou ja, dan maar lekker koffie drinken, hey, er is een wifi hier :-) dus maar gauw de laptop uit de auto halen, want dan kunnen we tenminste de mail controleren ;-)Gisteren hebben we ons prima vermaakt in Whistler. In dit wintersportoord is in de zomer tenminste ook wat te beleven: hier wordt veel aan downhill racing gedaan, met de mountainbike van de bergen afsjezen. Leuk om naar te kijken maar om dat nou zelf te doen...ik ga liever op de ski's als er sneeuw ligt. In 2010 worden de Olympische Spelen in Vancouver gehouden, maar de afdalingen en het bobsleegebuerern vindt hier, in Whistler plaats. We zijn dus de berg op gereden om de Slide Area te bekijken, de bobsleebaan in aanbouw. Hij is bijna klaar geloof ik.
Daarna hebben we in Garibaldi Provincial Park gewandeld, een prachtige tocht naar een meer, door zeer afwisselend bos. Het is opvalllend hoeveel bomen hier omvallen en vervolgens blijven liggen zonder weggesleept te worden of zo.
En vandaag reizen we zoals gezegd verder naar Vancouver Island, naar Victoria, de hoofdstad van British Columbia. Het schijnt een prachtig eiland te zijn, wordt dus vervolgd!
Jasper NP en een verlaten wintersportoord
Na onze aankomst in Jasper, zoals in het vorige verhaal beschreven, hebbben we heerlijk gegeten en goed geslapen. Zaterdag 13 juni hebben we eerst met de auto een rondrit gemaakt naar een diep ravijn, Maligne Canyon geheten, dat erg smal en erg diep is, heel indrukwekkend. Verderop lag het Medicine Lake, een meer dat in de winter vrijwel leeg staat doordat er een heel ondergronds grottenstelsel onder zit. Ook het grootste meer van Jasper NP, Maligne Lake, is erg mooi (eigenlijk is alles mooi hier).
's Middags zijn we met de Jasper Tramway de Whistlers mountain op gegaan. Vanaf deze berg hebben we een prachtig uitzicht over de stad en de bergen, zoals op de foto's wel te zien iss. Het is wel fris daar boven, dus de jas gaat aan. Er ligt ook nog veel sneeuw en ijs op de berg.
José is gelukkig goed aan het opknappen en ze gaat zelfs al weer mee uit eten. Gelukkig maar!
Zondag 14 juni gaan we de NP's uit, op weg naar Sun Peaks. Een rit van zo ongeveer 400 km, wel deels door provinciale parken en ander moois. Onderweg doen we Wells Grey Provincial Park aan, een mooi park met veel watervallen en uitkijkpunten. Hoewel we veel watervallen hebben gezien al, vervelen ze nog niet. Zo zien we de Dawson Falls, maar 5 m hoog maar 91 m breed! Helaas stikt het hier van de muggen en kunnen we de muggenafweer zo snel niet vinden, dus met de jas aan gaan we snel naar de waterval. Toch weten die k*tmuggen ons nog behoorlijk te bijten, behalve José, die smaakt kennelijk nog niet zo lekker
Iets verderop liggen de Helmcken Falls, 2 1/2 keer zo hoog als de Niagara Falls! En erg mooi ook. Maar wel nog steeds veel muggen...
Dan rijden we verder naar Sun Peaks. Eenmaal daar aangekomen valt het vooral op dat het 1. een ongetwijfeld mooi skioord is, maar 2. nu vrijwel uitgestorven leeg is, hoewel we 3, uiteindelijk toch een restaurant vinden om lekker zalm te eten (ja, José ook!). Maar ook hier veel muggen...
Maandag 15 juni gaan we eerst maar naar de plaatselijke VVV. In vrijwel elk zichzelf respecterend dorp of stad is een Tourist Information, war gratis en voor niks info wordt gegeven over touristische attracties, evenementen, uitstapjes, noem maar op. Alleen, hier in Sun Peaks is het zó rustig nog, dat het meisje bij de VVV eerst haar computer moet raardplegen om te kijken wat er is. Pas vanaf eind juni draaien enkele skiliften voor wandelaars en mountainbikers. En het zwembad gaat ook pas dan open. Nee, inderdaad, het is zoals u zegt, het is nog erg rustig hier. Joh.
Na even nadenken of we wel of niet gaan wandelen hier (rekening houdend met de muggen en het enorm druk bezette dorp) gaan we toch maar met de auto naar de een uurtje rijden verderop gelegen stad Kamloops. Daar rijden we naar de Tourist Information, in de hoop dat ze daar meer energie willen steken in een paar verwende Nederlandse touristen die wat informatie willen over mogelijke uitstapjes in de omgeving.
En dat lukt: het meisje doet allerlei leuke suggesties, waarna we uiteindelijk besluiten naar het BC Wildlife Park te gaan. In dit park worden allerlei dieren uit BC (British Columbia, de provincie waar we nu zijn) gehouden. De meeste dieren zijn opgevangen nadat ze gewond zijn geraakt of, zoals de 2 zwarte beren, wees zijn geworden. Een soort dierentuin dus, maar dan anders. Er zijn geen jonge dieren bijvoorbeeld, men fokt niet met de dieren, en waar mogelijk worden de dieren weer in de vrije natuur uitgezet.
We zien onder anderen Grizzlys van dichtbij, zwarte beren, wolven, uilen, adelaars, berggeiten, elanden en bisons. Erg leuk en ook leerzaam, want er zijn geregeld voerrondes waarbij een medewerker een en ander vertelt over de beesten. En o ja, we kunnen ook eindelijk een eland op de foto zetten! We krijgen ook nog een heuse regenbui over ons heen, hoewel, we schuilen onder een mooi afdak, samen met een pauw. Inderdaad, net als op de Smidskamp hebben ze ook hier een Jeroen! we hebben trouwens nog vrijwel geen regen gehad hier, volgens de gratis krant die vanochtend onder de deur door werd geschoven is het hier ook erg droog en klagen de boeren er al over. Goh, waar ken ik dat toch van...
Morgen, dinsdag 16 juni (het is nu al dinsdag in NL, maar wij leven hier 9 uur vroeger, dus op dit moment is het nog maandag rond 18:30u bij ons), reizen we verder naar Whistler, ook weer een skigebied. De Olympische Spelen van 2010 worden deels daar gehouden. Hopelijk is in Whistler meer te beleven dan hier in Sun Peaks, hoewel we ons ook nu weer prima hebben vermaakt! Groetjes van ons allemaal!
De Icefields Parkway
Vandaag vertrekken we uit Banff, richting Jasper, dat bijna 300 km van Banff ligt. Gelukkig is José niet meer zo misselijk, en kan ze gewoon mee
maar beter is ze nog niet. Maar goed, we gaan op weg. We stoppen nog even bij Lake Louise om José ook van dit prachtige meer te kunnen laten genieten. Langs de weg staat telkens keurig aangegeven waar debezienswaardigheden zijn. We stoppen bij verschillende punten, onder meer bij: Crowfoot glacier, inderdaad en gletsjer in de vorm van een kraaienpoot, alleen is de 3e teen van de poot inmiddels weggesmolten. So wie so zijn veel glestjers veel kleiner dan ze waren, in elk geval voor een deel ten gevolge van de klimaatveranderingen. We zien hier zoveel grote bakken van auto's, dat het ons niet meer verbaast. Onze huurauto is ook niet zo zuinig als onze GolfHet volgende punt is het Peyto Lake, een prachtig turquoisekleurig meer (zie foto!). De blauwe kleur komt door de stoffen die door het smelten van de gletsjer in het water komen, waardoor het blauwe liicht gereflecteerd wordt. Vlak daarna zien we ineens een paar auto's langs de weg staan. Dat betekent meestal dat er wat te zien is, dus echte toeristen als we zijn, stoppen wij natuurlijk ook. We kijken eens goedin de diepte naast de weg en daar loopt een beer met een jong! En deze keer hebben we het wel op de foto!!!
Verder richting Jasper, Banff NP uit, Jasper NP in, waar we een van de meest imposante bezienswaardigheden van hetland zien:het Columbia Icefield, een gigantische gletsjer. Op de weg naar de gletsjer staan bordjes waarop te zien is wanneer de gletsjer op dat punt was. Kort samengevat: de gletsjer is enorm gekrompen de laatste 100 jaar. Wegens het gevaar voor gletsjerspleten mogen we niet de gletsjer op, maar vanaf de zijkant is het nogg steeds imposant.
Daarna rijden we verder richting onze bestemming van vandaag. We stoppen nog bij de Athabasca Falls, de waterval met de meest krachtige stroming van de Parks. Een enorm kabaal en veel schuimend, kolkend water!
Bij ons hotel aangekomen hebben we 2 mooi ruime kamers, compleet met een keukentje. We kunnen ons ontbijt dus goed koelen deze keer! Tot gauw maar weer, groetjes van ons allemaal.
De stad uit, de natuur in!
10 juni. Na 2 nachten in Calgary is het tijd de stad te verlaten. We gaan de Rocky Mountains in! Al rijdend richting de Rockies zien we de besneeuwde bergtoppen steeds dichterbij komen, een prachtig gezicht. Na goed een uur te hebben gereden, rijden we Banff National Park in (wel eerst even betalen, dit geld wordt gebruikt voor het onderhoud en zo van de parken). We rijden nog geen half uur in het park of we zien al een beer!
We besluiten een stuk over de Bow Valley Parkway te rijden, dat is de oude weg door het NP, er is daarna een snelweg aangelegd maar daar kun je minder makkelijk stilstaan. De oude weg is geweldig mooi: veel naaldbos,, met uitzicht op de bergen, afgewisseld met weide-achtige velden. We zien een koppel Bighorn-schapen die zich weinig aantrekken van het verkeer. Ook zien we een elk, een soort hert. Mooi!Langs de weg staat keurig met borden aangegeven waar een wandeling is, of een picknickplaats, of een bezienswaardigheid. Reuze handig! We lopen door de Johnston Canyon naar de Johnston Falls. Zie de foto's!
Het eigenlijke plan was om door te rijden naar Kootenay NP en dan terug naar Banff, waar we een hotel hebben geboekt, maar omdat José helaas ziek is geworden (buikgriep?) rijden we terug naar Banff. Gelukkig zijn de hotelkamers al klaar, dus kan ze op bed. Wij gaan met ons drieën Banff verkennen en wandelen nog een stuk. Er zouden op dat pad 3 Grizzlies gezien zijn, maar we trefffen ze niet meer. Dan gaan we maar eten. Marc, Tony Roma's is inderdaad geweldig om spareribs te eten!
11 juni. Helaas is José nog te ziek om op pad te gaan, dus gaan we met ons 3-tjes weer in de auto richting Lake Louise. We hebben ontdekt dat er een supermarkt vlakbij het hotel is, dus ons ontbijt is nu brood met jam en kaas! Beter dan bij de Mac ontbijten... Lake Louise is erg druk, maar wel een mooi meer met zicht op de gletsjers.
Na Lake Louise gaan we naar het vlakbij gelegen Lake Moraine. Dit meer is watkleiner maar minstens net zo mooi als Lake Louise. Er ligt zelfs nog ijs op het meer
door de wind die er staat, kruit het ijs enigzins wat een hheel apart geluid geeft. Prachtig om te zien, ook!Na de lunch (brood bij de auto ;-) ) gaan we naar Kootenay NP. In dit park ligt het punt waarop de verdeling is van de ene helft van het water richting de Atlantische oceaanen de andere helft richting de Pacific oceaan. Marble Canyon is het volgende punt dat we bekijken, een heel smal maar heel diep ravijn. In 2003 is hier een grote brand geweest, en de gevolgen daarvan zijn nog goed te zien: veel dode/zwarte bomen. Verder bekijken we nog de Paint Pots, gekleurde bronnen. In het verleden werd hier oker gewonnen (voor kleurstof).
Dan is het wel tijd om terug richting Banff te gaan. Met Joségaat het nog niet zo, en we bellen een dokter. Hij bekijkt het allemaal en mijn diagnose klopt aardig ;-) een maagdarminfectie. Hopelijk gaat het snel beter na een spuit met antibraakmiddel en een antibioticakuur.
Morgen vertrekken we richting Jasper, nog steeds in de nationale parken. Wordt weer vervolgd!
Calgary
Inmiddels zijn we in een ander deel van Canada beland, namelijk in Calgary, in de provincie Alberta in het midden- westen van Canada. Het is 5 1/2 uur vliegen van Halifax en het is hier een stuk kouder dan het daar was, namelijk een graad of 14. Ook nu hebben we een Dodge Grand Caravan huurauto, waarmee we al bijna een aanrijding hadden toen we koud op weg waren naar downtown Calgary, op zoek naar ons hotel. Nu weten we ook weer waarom we in het rustige Brummen wonen en niet in het westen, wat eendrukte hier op de weg! Gelukkig werkt de GPS goed en komen we bij het hotel aan, het Marriotthotel, pal naast de 190 m hoge Calgary Tower. Na wat zoekwerk hebben we een parkeergarage vlak bij het hotel gevonden, ingecheckt in het hotel en is het tijd om Calgary te gaan verkennen.
Omdat het hier 3 uur vroeger is dan op Nova Scotia, is ons ritme weer fijn in de waar, maar goed. We gaan eerst de Calgary Tower in, met de lift naar 160m waar een prachtig uitzicht op ons wacht. Heel in de verte zijn zelfs de Rocky Mountains te zien, met sneeuw!
Als we weer veilig op de begane grond zijn, wandelen we door Calgary naar de Bow River, waar we door het park lopen. Een mooi stukje natuur midden in de stad.
Morgen willen we wel naar Jose's oom Bernard, die 100 km boven Calgary woont, maar geen internet heeft.Gelukkig zijn hij en zijn vrouw enthousiast als we vragen of het uitkomt dat we morgen op visitekomen!
Na een heerlijk diner bij een pub gaan we bijtijds slapen, want die jetlag is ertoch wel een beetje, inmiddels.
Dinsdag 10 juni gaan we eerst naar het Glenbow museum, dat gelegen is vlak naast ons hotel en het grootste museum is van West Canada. Hier is een grote, afwisselende expositie ingericht. We zien onder meer Canadese kunst, maar interessanter voor ons is de derde etage, waar de geschiedenis van Canada uitgebeeld is. Erg mooi en indrukwekkend!
Daarna gaan we naar het Olympic Park, iets ten noorden van Calgay.HIer staan de springschansen en de bobsleebaan van de Olympische spelen van 1988. Bovenop de hoge 90m-schans hebben we een prachtig uitzicht. De ijsbaan, de Olympic Oval, is ergens anders gelegen, bij de univeristeit. Omdat we nog naar Jose's oom willen, gaan we daar maar niet meer naartoe.
De rit naar Sundre, waar Bernard en Riek wonen, is veel fijner te rijden dan in Calgary. Wat een rust op de wegen! Het is agrarisch gebied, met veel akkerbouw en veeteelt (vleeskoeien denken we, maar ook wel melkvee) en we zien tot onze verbazing ook ja-knikkers. Eenmaal bij de familie wacht ons een warm ontvangst. Twee dochters van Riek en Bernard zijn ook aanwezig en we kletsen gezellig over van alles en nog wat. Alle familiefoto's komen te voorschijn en we leren de familie ene beetje kennen (maar ik weet nu al niet meer precies hoe het zit ;-) ). Het blijkt dat er veel olie in de grond hier zit, naar schatting genoeg voor de komende 400 jaar voor heel Noord-Amerka als we het moeten geloven. Alleen is het lastig de olie te winnen, vandaar dat het niet zo bekend is.
Morgen gaan we al weer verder, de stad uit, de bergen in!
Prince Edward Island
Vandaag staat een ander deel van Canada op het programma. We gaan als het goed is zelfs 3 provincies door: Nova Scotia, Prince Edward Island (PEI) en New Brunswick. Eerst rijden we naar de haven, om per ferry naar PEI te gaan. Het werkt zo, dat je alleen betaalt om van het eiland af te komen. Dat kan per ferry of via een brug, de heenreis is dus gratis. Na een uurtje varen rijden we PEI op en rijden langs de prachtige kust. Dit eiland is veel vlakker dan Nova Scotia en er is veel meer landbouw. Het eiland schijnt beroemd te zijn om de aardappelen. We zien inderdaad veel aardappelvelden. Ook is de grond rood in plaats van zwart/bruin, tengevolge van het hoge gehalte aan ijzer.
In de hoofdstad Charlottetown aangekomen stelt Anna voor de hippotour te gaan doen, een rondrit door Charlottetown en een rondvaart langs de kust. Prima, leuk, dat gaan we doen. Omdat het zaterdag is, krijgen we 50% korting, dat is mooi. We schepen in op een amfibivoertuig, die nog tijdens de Vietnamoorlog gebruikt is. We leren een en ander over PEI en over Charlottetown. Dan rijden we vanaf de haven zo het water in, nadat een veiligheidsinstructie opgedreund is (voorschrift van de Canadese overheid
) Dat is een aparte ervaring, zo het water in!Nadat we weer veilig aan land gekomen zijn, rijden we naar de brug. Deze Confederation Bridge is ontworpen door een Nederlander. De tourist information laat een dvd zien over de bouw van de brug, wat een heel projekt moet zijn geweest. Anna en Gerard zijn nog steeds erg onder de indruk van het geheel, wij hebben het idee dat heet allemaal wel lijkt op de zeelandbrug. Het hele verhaalkomt ons erg bekend voor in elk geval; het is natuurlijk wel interessant om te weten waar je bent
Aan het eind van de brug komen we in de provincie New Brunswick, die wel te vergelijken is met Nova Scotia (maar daar denken ze zelf vast heel anders over...). Na een tijdje rijden we Nova Scotia weer binnen. Na wat heen en weer gebel, belanden we bij Veronica, een zus van Gerard en dus een nicht van José. Zij en haar dochter Marindahebben hamburgers gebakken voor ons, waar we van smullen. Daarna rijden we door, langs nicht Mary, dienog net thuis is. Omdatze op het punt van vertrekken staat, blijven we maarkort, maar toch, we hebben ze gezien. Ik blijk nog meer familie te hebben dan ik dacht ;-)
Walvissen, vergezichten en een eland
Het is nu zondagavond zes uur, in Nederland al 11 uur, en het eerste deel van onze reis zit er bijna op. Ik typ dit in een Bed and Breakfast ergens dichtbij Halifax airport, waar we de nacht zullen doorbrengen. De luchthaven is 2 1/2 à 3 uur rijden vanaf Anna en Gerards huis, wat zou betekenen dat we rond 3 uur vannacht uit bed zouden moeten om onze vlucht naar Calgary te halen. Nu hoeven we 'pas' om half 6 te vertrekken, vandaar. Hier is wel Wifi, dus ik zal wat foto's van onze belevenissen van de afgelopen dagen plaatsen.
Na onze kennismaking met de familie en de omgeving van Antigonish, vertrokken we donderdagochtend naar het oosten voor de Cabot-trail, een prachtige route over Cape Breton Island, het eiland boven Nova Scotia, te bereiken via een brug. Hett is prachtig weer, rond de 24 graden en zonnig. In het plaatsje Cheticamp gaan we een Whale watching cruise doen, wauw! We varen de haven van Cheticamp uit en varen de Atlantische oceaan op en zien al snel wat vogels, die de resten van de maaltijd van de walvissen opeten. En dan zien we ook een walvis! :-) een Minkewhale. En ja hoor, er zijn er nog meer! Een geweldige ervaring en heel bijzonder om deze grote beesten te zien.
Daarna maken we een wandeling in Cape Breton National Parc. Omdat het inmiddels al aaardig laat is, besluiten we te overnachten in Cheticamp in een mooi gelegen motel. En omdat we in een vissersdorp zijn, dat beroemd is om zijn kreeften, besluiten we kreeft te gaan eten. Een unieke ervaring, en nog lekker ook!
Vrijdag 5 juni gaan we verder met de Cabot Trail. We rijden door prachtig afwisselende natuur, zowel kust als bos. En dan ineens, terwijlde halve auto ligt te slapen, zie ik ineens een eland, jawel! Helaas is er geen bewijs in de vorm van een foto, dus geloof me zo maar, maar toch :-) Ook vandaag maken we wandelingen, deze keer naar watervallen, ook erg mooi. Prachtige vergezichten over de oceaan.
Onderweg naar Anna en Gerards huis eten we pizza. Je kunt hier kiezen uit verschillende formaten pizza, en kennelijk is het heel normaal dat je met meerdere een grote pizza bestelt. Dat doen wij ook maar: met 5 personen een pizza, formaat wagenwiel! Wel erg lekker. MOe maar vol geweldige indrukken belanden we weer in Antagonish.
Nova Scotia sightseeing!
Na twee prima verlopen vluchten (OK, wel een beetje turbulentie, maar dat mag de pret niet drukken) zijn we in Canada beland. Les 1: wees niet te eerlijk als je door de douane gaat: de bloembollen die we hadden meegenomen, moesten ingeleverd worden. Jammer maar helaas.
Het ophalen van de huurauto verliep prima, een Dodge Grand Caravan. Foto's volgen snel ;-) Het is wel even wennen, zo'n automaat, maar dan rijdt het ook heerlijk relaxed. Er is zelfs een GPS meegeleverd! Dus op naar Antigonish, waar Anna en Gerard wonen (en een groot deel van de rest van de familie). Na twee uur rijden door een prachtig weids land, arriveren we laat in de middag bij hun huis, wauw wat een villa! Prachtig gelegen, bovenop een heuveltje met weids uitzicht.
Na het kennismaken met Anna en Gerard begint het tijdsverschil toch wel enigzins merkbaar te worden (het is hier 5 uur vroeger dan in Nederland). Gelukkig slepen ze ons erdoor met een leuk spel genaamd Crokinole, het is iets met damstenen over een bord schuiven en dan elkaar van het bord proberen te schuiven. Rond tienen is het toch echt bedtijd!
Woensdag 3 juni word ik op een redelijk normale tijd wakker, niet eens midden in de nacht maar 'gewoon' rond achten. Zou de jetlag er niet komen deze keer? TIjdens het ontbijt (lekkere muffins, maar ook gewoon bruinbrood) legt Anna enkele mogelijkheden aan ons voor voor vandaag. We besluiten vandaag de omgeving te gaan verkennen. Met de auto rijden we over het eiland, langs de kust. Geweldige vergezichten, maar wat vooral opvalt: de rust. MIsschien komt dat omdat het toeristenseizoen nog niet echt is begonnen, maar het is super :-)
Na deze rit gaan we langs alle familie, om te zien op welke plaatsen Anton en Feem destijds allemaal gebouwd hebben. Grote stukken grond zijn door hen ontgonnen en ze hebben het begin gemaakt van wat nu een grote boerderij is met 120 melkkoeien. Hun kinderen zijn ook enorm ondernemend, zo is er een Overmars eierboerderij, een slachterij/ vleesverwerkings-bedrijf, een tankstation en een kalveropfokboerderij. We krijgen een rondleiding van de huidige eigenaar van de boerderij, Robert, een zoon van de broer van Gerard dus een achterneef van ons. Erg interessant om de Canadese manier van melkvee houden te zien!
Na deze sightseeing eten we geheel in stijl vis, lekker buiten op de veranda met zicht op kolibries! Dacht ik dat die alleen in tropischer gebieden leven, blijken die in de zomer naar hier te migreren. En met een speciale suikerwaterhouder kun je die van dichtbij bekijken :-)
En morgen gaan we de Cabott trail doen, een rondrit over het bovenste deel van Nova Scotia, Cape Breton Island. Het schijnt een van de mooiste trails te zijn, dus we zijn erg benieuwd! Omdat hier geen draadloos netwerk is, kan de laptop niet online. We kunnen dus nog even geen foto's laten zien, maar dat komt snel. Groetjes van ons allemaal!